Categorieën
Auto's Tests Varia

Vaandeldrager

Hoe lang mogen we Porsche nog sportwagenfabrikant noemen? Cijfermatig slaat het in elk geval nergens op: in recordjaar 2017 brak Stuttgart een record met net geen kwart miljoen verkochte auto’s en nog geen kwart daarvan waren negen-elfjes en 718’s. Suv’s en Panamera’s, die zorgen voor volume en groei, met de Cayenne, het eerste model waarmee Porsche puristen tegen de schenen schopte, als trotse vaandeldrager. En ook in zijn derde modelleven bewijst die met de handen in de zakken: een Porsche hoeft geen staartlastige luchtgekoelde hork te zijn om Porsche te mogen heten.

De Cayenne was de best rijdende suv in de markt, en dat is hij – goddank in een weer iets toonbaarder jasje – gebleven. Daarvoor moesten de ingenieurs wel actieve schokdempers, luchtvering en in deze S een 440 pk Audi-V6 uit de kast halen, plus alle innovatieve tovenarij waartoe Porsche-adel verplicht, maar de twee ton Duits staal voelt speels aan als een hete hatch. Zet alles op standje straf met die lekkere draaischakelaar op het stuur en je zou zelfs kunnen fantaseren met een sportwagen onderweg te zijn. Pas in overdreven snel genomen bochten dwingt zijn massa de Cayenne van de gekozen route. Maar log? Geen moment.

Wel heerlijk comfortabel als het mag. Misschien wel comfortabeler dan in de Panamera, bedachten we ineens, dankzij beter uitzicht, een zee van ruimte en een veel minder uitdagende instap. Is, nu de helft van de autoverkopen richting suv-achtigen gaat, de Cayenne niet inmiddels een salonfähig alternatief?

Terug in het manisch perfect afgewerkt interieur komen de familietrekken mooi tot hun recht: die brede middenconsole, die kekke hooggeplaatste chronometer en de uit duizenden herkenbare layout waarin Porsche al decennia de kilometers en toeren aangeeft. Gelukkig geen virtuele fratsen rond de hoofdklokken, en verder on-ergonomisch eigenwijs wat de knoppenbende betreft, want wie wil een allemansvriend als er een wagen binnen bereik is met de startknop links van het stuur?

Nee, de nieuwe Cayenne is meer dan voldoende Porsche om zijn schild te mogen voeren.       

 

Gereden: Porsche Cayenne S

Prijs: vanaf 127.458 euro

 

Categorieën
Innovatie Startups Varia Venture Capital

Hoe Catawiki zijn hypergrowth managet

Wie in Nederland zoekt naar hypergroeiers, komt uit bij Catawiki: uitgeroepen tot snelst groeiende techbedrijf van Europa. Overladen met investeringskapitaal houdt de veilingsite stevig de voet op het gas. Hoe weet Catawiki de acceleratie in goede banen te leiden?

Geduld voor hun wekelijkse potje squash hadden René Schoenmakers en Marco Jansen niet, die dinsdagavond in september. Ze besloten de website live te zetten waarop ze het grootste gedeelte van 2008 hadden gezwoegd: een online catalogus waar stripverzamelaars hun collectie konden bijhouden. Geen geknoei meer met excellijstjes en papier, maar volgens het Wikipedia-principe zelf je items beschrijven of een bestaande wiki aanvinken om je strips te inventariseren in een persoonlijke catalogus.

Catawiki werd eind september tijdens de Stripdagen in Houten officieel gelanceerd. Een hobbysite? Zeker niet. Ondernemer en Kuifje-fan Schoenmakers had al internetbedrijven opgezet en verkocht aan Ordina voordat hij met Catawiki begon. Zijn goede vriend en ervaren developer Marco Jansen wist hij voor zijn plan te winnen: een combinatie van een netwerk en een marktplaats – de verzamelaars zouden ook via eigen webshops kunnen handelen. De verzamelaars zouden als  community een aantrekkelijke basis bieden om verdienmodellen op los te laten.

Het groeimodel uit Assen werkte: de eerste versie van Catawiki draaide nog helemaal om strips maar was eind 2008 al goed voor 1,5 miljoen pageviews per maand en 1200 geregistreerde gebruikers. Tijd voor de uitbreiding naar andere verzamelingen als dvd’s, cd’s, theezakjes en boeken.

Terwijl de massa op Catawiki in de jaren 2009 en 2010 gestaag groeide, sleutelden de ondernemers aan verdienmodellen om het verkeer te converteren in geld. Er waren inkomsten uit advertenties en via een partner bood Catawiki een verzekering aan voor verzamelingen. Wie een stripboek, cd of dvd miste, werd naar Bol.com verwezen, wat affiliate-inkomsten opleverde. De mogelijkheid om een persoonlijke catalogus te laten drukken werd ook gewaardeerd, en er waren dagaanbiedingen.

Maar dit alles leverde maar net voldoende op om de servers van te betalen. Ook de commissie op via de webshops verkochte items leek ook onvoldoende op te gaan leveren om op termijn voldoende groei en winst te generen.

Schoenmakers en Jansen zetten daarom twee stappen die beslissend waren voor de groei van Catawiki. Ze trokken investeerders aan om lokaal te kunnen uitbreiden en het buitenland op te zoeken. Regionale investeerder NOM, die al in een eerder bedrijf van Schoenmakers had geïnvesteerd, stapte voor ruim een miljoen euro in, aangevuld door Peak Capital, een fonds waarin ondernemers als Heleen Dura-Van Oord en Willem Sijthoff participeren.

Die kapitaalinjectie gaf lucht voor de volgende beslissende stap: Catawiki verschoof de focus van verzamelaars naar een breder veilingpubliek. Die gedachte stond vanaf de begindagen op het lijstje met kansrijke verdienmodellen, maar had moeten wachten op voldoende volume van vraag en aanbod. Met tienduizenden gebruikers en een miljoen objecten in de catalogus was het zover.

Terwijl de site in het Engels, Frans en Duits werd vertaald, maakte Catawiki eind 2011 de pivot: voortaan organiseerde het – of beter gezegd: de experts achter de verschillende categorieën verzamelobjecten – wekelijks veilingen. Die online veiling bleek het winnende model.

Databedrijf tussen eBay en veilinghuizen

Catawiki kreeg er een unieke positie mee, de ratatouille aan bijzondere items die hebberig maken. Anders dan Marktplaats of eBay is het geen plek waar alles wat los- en vastzit wordt aangeboden. Het veilsysteem, nota bene het model waarmee eBay ooit begon, maakt kopen via Catawiki extra spannend. Bovendien worden de veilingen gemodereerd door experts van vlees en bloed. Zij zorgen dat wat onder de hamer gaat de moeite waard is en verzamelen alle informatie die de koper nodig heeft om te bieden.

Catawiki voegde gaandeweg meer categorieën kavels toe, luxe goederen als kunst, horloges en wijn, en zo opende het een nieuw segment in het veilingwezen, tussen de Christie’s en andere veilinghuizen met houten hamers en de online marktplaatsen  die volledig self service zijn.

Door zijn online dna bleef het tegelijkertijd een bedrijf waarin alle acties en beslissingen draaien rond de enorme stroom data die (potentiële) gebruikers opleveren. Vanuit die unieke positie was de belangrijkste opdracht voor Catawiki: de potentiële groei oogsten.

Cash: kapitaal

Van de vier pijlers die groeigoeroe Verne Harnish als voorwaarden stelt voor groeisucces – strategy, execution, people en cash – was dat laatste nooit een probleem in Assen. In 2014 – Catawiki trok inmiddels 3 miljoen unieke bezoekers per maand en veilde wekelijks 7000 kavels – stapten internationale investeerders in. Een blik op de explosieve groei zei ze genoeg.

Met de B-ronde van 10 miljoen euro kwamen Accel Partners aan boord, een vroege investeerder in Facebook en Spotify die zijn eerste stap in Nederland zette, en Project A Ventures, opgezet door voormalig Rocket Internetmedewerkers. Ook Arthur Kosten, die met Booking.com zelf uitgebreide ervaring opdeed met het wereldwijd bij elkaar brengen van vraag en aanbod, stapte in.

Een jaar later klopten via Accel ook de Amerikanen van Lead Edge aan. Terwijl Catawiki ondanks een flinke groei van de organisatie nog niet door zijn groeigeld heen was, haalde het halverwege 2015 weer een fenomenale 75 miljoen euro op. Een voor Nederland ongekende sloot investeringskapitaal waarmee Catawiki nog jaren zijn groei voorrang kan geven boven winst maken, maar het loste niet vanzelf alle andere uitdagingen op die horen bij hypergroei.

Techniek

Het Duitse Project A was een investeerder die bij de executie van groei kon helpen. Het zorgde voor online specialisten die in Assen de online veilingmachine en de techniek achter de marketing en het klantencontact. Ook bouwde het met zijn developers een jaar lang mee aan een state of the art data warehouse, waarin alle data over sitebezoek en de interacties met klanten samenkomen.

Dat, en voortdurend experimenteren en testen, helpt Catawiki zijn sites en marketing af te stemmen op het gedrag van zijn bezoekers en klanten. Al eerder was bijvoorbeeld gebleken dat 1 euro een beter startbedrag om een veiling op gang te krijgen – ook al is dat voor een kostbare oldtimer – dan het minimumbedrag waar de verkoper op uit is. Het leverde meer tractie op, en uiteindelijk betere opbrengsten dan te starten met de gewenste minimumprijs. Alle veilingen starten vrijdag om 12:00 – uit de massale bezoekersdata bleek dat dan veel liefhebbers vanaf hun werkplek door de site struinen op zoek naar leuke aankopen.

Inmiddels hebben de developers van Catawiki ook een systeem gebouwd, dat voorspelt bij welke veilingen de verhouding tussen vraag en aanbod niet in balans is, zodat een verkoper geen goede prijs kan realiseren. Op dat moment gaat automatisch het gas op de ‘marketingliefde’ die de betreffende veiling via online en social mediacampagnes krijgt. Dankzij machine learning zou in de toekomst ook steeds exacter de verwachte opbrengst van een kavel kunnen worden ingeschat.

Op elk moment draaien er meer dan 100 online experimenten, veelal A/B-testen waarmee het effect van wijzigingen aan de site of marketinguitingen wordt gemeten. Verantwoordelijk voor dergelijke hacks zijn tegenwoordig kleine, multidisciplinaire teams van een techneut, iemand die vanuit de business verantwoordelijk is voor een bepaalde functie of dienst en een vormgever: helemaal in de stijl van growth hacking.

Marketing en sales

Catawiki kan niet als andere platforms achteroverleunen, maar moet vraag en aanbod continu bij elkaar brengen, in de juiste verhouding. De marketing en sales daarachter blijven voor een deel handwerk.

De e-mail die elke week de veilingen aankondigt, bleef tot op de dag van vandaag een belangrijke motor achter de omzet, net als de pushberichten die gebruikers van de mobiele veilingapp ontvangen. Nog meer old school: Catawiki adverteert zelfs in (verzamelaars)magazines als dat rendement oplevert, zorgt dat het zichtbaar is op beurzen en sluit partnerships met blogs. Sinds vorig jaar zijn er ook tv-commercials die het merk door heel Europa onder de aandacht brengen.

Bijzondere veilingen helpen ook bij het opbouwen van naamsbekendheid: een stukje haar van Napoleon maakt de Fransen nieuwsgierig, de duurste Legosteen ter wereld (van goud) trekt wereldwijd aandacht. En Nederland heeft ongetwijfeld meegekregen via welk platform ‘de’ Citroën SM van Cruijff werd verloot.

De inmiddels 180 experts die wekelijks tienduizenden veilingen begeleiden, zijn ook verantwoordelijk voor de groei van vraag en aanbod. Een expert in Italiaanse postzegels bewerkt bijvoorbeeld zijn eigen netwerk van verzamelaars en handelaars en struint beurzen af om Catawiki onder de aandacht te brengen.

Intussen heeft Catawiki de customer journey aan de achterkant verfijnd tot een vloeiend proces, waarin gebruikers worden verleid zich te registreren, te bieden en uiteindelijk ook verkoper te worden. En ook dat is deels mensenwerk: zodra het hoofdkantoor een aanbieder met potentie heeft opgespoord, kan die een telefoontje verwachten uit Assen.

Internationale uitrol

Hoewel Nederland en België belangrijke markten bleven, is de omzet uit het buitenland inmiddels een stuk groter, met Frankrijk en Italië voorop. Naast de kantoren in Parijs, Madrid, Berlijn en Rome zit een kantoor in Scandinavië in de pijplijn. Catawiki is verder recent in Griekenland, Hongarije, Roemenië en Polen live gegaan om de buitenlandse groei aan te jagen. Daarbij gaat het redelijk pragmatisch te werk: de landen die het snelst groeien, krijgen de meeste focus.

Al naar gelang de aandacht van kopers en verkoper uit een land toeneemt maakt Catawiki stapsgewijs meer werk van zijn aanwezigheid ter plaatse. Hier komen de experimenten goed van pas: om uit te maken welk volgende land kansrijk is, maakt het (ruwe) vertalingen van de site voor een aantal kansrijke gebieden. Binnen twee weken kan dan aan de hand van het verkeer een knoop worden doorgehakt: de Italiaanse proefsite zorgde voor een stortvloed aan nieuwe bieders, en Italië is op dit moment het snel groeiende land voor de veilingmeester.

Naarmate meer kopers en verkopers actief worden in een land, lokale experts de markt bewerken en de omzet vormen begint aan te nemen, kan Catawiki besluiten er een lokaal salesteam op te zetten om met name de professionele verkopers te werven.

Om de schaalbaarheid erin te houden, gaat het pas over tot deze stap wanneer een land aan de hand van een aantal ‘gouden metrics’ heeft bewezen dat het toe is aan boots on the ground. Zodra de twee Chinese versies voldoende activiteit vanuit China, Hongkong en Taiwan opleveren, zou Azië op termijn goed het tweede continent kunnen worden waar de Nederlanders een vestiging openen.

People

Terwijl Catawiki slagen maakt in techniek en marketing, blijkt de groeifactor people een uitdaging op zich. Dat wil zeggen: het snel genoeg aantrekken van de juiste mensen. Want ondanks dat de online startup zoveel mogelijk automatiseert om schaalbaar te blijven, blijft de groei ook mensenwerk.

Met name om internationale developers aan te kunnen trekken opende Catawiki ook een kantoor bij WeWork in Amsterdam. In 2014 had Catawiki 140 medewerkers, eind 2015 was hun aantal verdubbeld tot meer dan 300 en weer een jaar later zijn het er al ruim 500 – en dan is het in 2016 niet eens gelukt om door te groeien naar de 700 man die in de planning stonden – de war on talent is ook in Amsterdam moordend. Nog zijn er 72 vacatures op zo’n beetje alle functies.

De hoogste vacature is onlangs vervuld: wat oprichters Schoenmakers en Jansen betreft heeft hun bedrijf inmiddels zo’n omvang gekregen, dat ze het organiseren daarvan liever aan gespecialiseerde managers overlaten: zelf blijven ze aan als niet-uitvoerende bestuurders.

Het kan geen toeval zijn dat de nieuwe ceo, Ilse Kamps, afkomstig is van Booking.com, een groeimachine van de vorige generatie. Toen ze er begon had het hotelplatform 50 man in dienst, enkele jaren later was ze verantwoordelijk voor 3500 mensen.

Met de omvang die Catawiki nu heeft is werken aan een sterke bedrijfscultuur geen onbelangrijke taak voor Kamps. Er is een cultuurcode, maar zit nog onvoldoende in alle vezels en haarvaten van de vloer. Een voorbeeld: snel schalen vraagt om snel schakelen, en daarbij hoort: experimenteren, risico’s durven nemen. Wat helpt, is dat leidinggevenden dat cultuuraspect duidelijk uitdragen. Loopt iets in het honderd, dan ligt de nadruk op het oplossen van de zaak en wordt het feit dat bewust de risico’s zijn genomen die tot de fout leidden, bij wijze van spreken gevierd.

Hypergrowth

Maar tot welke omzet leidde al die groei? De verkopers dragen 12,5 procent commissie af, de kopers nog eens negen procent: bij elkaar een uitstekende marge voor een online marktplaats (al zullen fysieke veilinghuizen er hun neus voor ophalen). In de vijf jaren tot en met 2014 groeide de omzet met ruim 45.000 procent, waarmee het met gemak de winnaar van de Deloitte Fast50 van snelst groeiende techbedrijven werd. In de Benelux, Europa, en zelfs wereldwijd riep Deloitte Catawiki uit tot snelst groeiende techbedrijf. Ook in 2016 voert de het veilingplatform de Fast50 aan, al is de vijfjaarsgroei tot en met 2015 ‘afgevlakt’ tot 3.676%.

Wat de absolute cijfers betreft, moet de buitenwereld het doen met het jaarverslag over 2015 dat Catawiki onlangs heeft gedeponeerd. Daarin staat 17 miljoen euro omzet uit commissies, wat neerkomt op een krappe 100 miljoen euro aan veilingen. Winst kwam daaruit nog niet: Catawiki gaf 8,6 miljoen uit aan personeelskosten en 17,4 miljoen aan andere bedrijfskosten, waardoor het verlies voor belasting uitkwam op 9 miljoen. Gezien de kas van 70 miljoen overkomelijk.

Over 2016 wil Catawiki geen cijfers kwijt, maar de omzetgroei ligt nog steeds comfortabel boven de 40% die als lat geldt voor hypergrowthbedrijven. Eind 2015 werden rond de 25.000 kavels per week geveild en trok de site 12 miljoen bezoekers per maand. Volgens eigen opgave van Catawiki gaat het begin 2017 om 14 miljoen bezoekers per maand en valt de hamer rond 35.000 kavels per week: alweer een derde meer dan een jaar eerder. De stijgende gemiddelde waarde per kavels geeft de omzet een extra push.

Grenzen aan hypergrowth

Catawiki realiseert dus nog steeds hypergroei, al bezit het niet het ideale profiel voor een hypergrowth company, dat met een schaalbaar en online platform voor alle assets en transacties zoveel mogelijk zou moeten leunen op zijn gebruikers. De unieke combinatie van online veilingen met toezicht van vlees en bloed stelt  grenzen aan dat groeimodel. In Assen wordt dan ook druk verder geëxperimenteerd en gesleuteld aan concepten die het probleem van de schaalbaarheid helpen oplossen. Op weg naar wereldheerschappij in curiosa.

Categorieën
Tests Varia

Test Volvo XC90

Test Volvo XC90

Test Volvo XC 90

Zelfs toen de suv wat minder salonfähig was, kon de XC90 nog nét. Feitelijk was hij net zo’n horkerige klont als zijn klassenbroeders, maar de merkgeur van veilig- en degelijkheid en het Zweedse design brachten redding: je reed een Volvo.

Nu suv’s alle hoeken en gaten van de markt vullen, is het alsof Volvo zijn gêne heeft laten varen met de nieuwe XC90. Een stuk langer en maar een tikje breder en hoger is ie. Daardoor gaan zijn verhoudingen richting stationcar, wat een trend lijkt onder de grootste suv’s. Opvallender is zijn smoelwerk, dat zegt: ‘Hier ben ik. Had je wat?’ Die grote muil en nijdige oogjes: dat is die fameuze presence waar afzetmarkten in het Oosten en Amerika (veel belangrijker dan dat ingedutte Europa) zo dol op zijn. En met een Chinese eigenaar, al laat die Volvo lekker zijn gang gaan met verse miljarden, ligt China toch weer een stuk dichterbij Gotenburg.

De XC90 lokt reacties uit om zijn pronte verschijning, maar laten we niet doen alsof zijn voorganger een boodschappenkarretje was. Behalve in buitenmaten overtreft de nieuwste XC in alles wat je maar kunt wensen. Een eindeloos ruim interieur met een serieuze derde zitrij. Fraai afgewerkt, nog steeds op en top Volvo, maar nu helemaal bij de tijd. Met een head-up display, virtuele klokken en een tablet op de middenconsole, dat niet alleen de multimediawinkel beheert, maar ook standaardfuncties als de airco. Voor warm en koud is een knop die je blindelings vindt toch handiger.

Over de achttraps automaat is dan weer helemaal niets te klagen. Briljant is de anti-kruipknop, die maakt dat de voet van de rem kan bij het stoplicht. De subtiliteit waarmee de diesel weer aanslaat als de voet op het gas gaat, is verbluffend. En die voet mag best op het gas, want de Volvo-suv rijdt ook up to date. Geen geschommel meer, en een onderstel dat met verschillende afstemmingen de bestuurder in elke gemoedstoestand kan bijhouden. Van die vijfde cilinder heeft de Volvo-diesel wel afscheid moeten nemen, maar een schep extra pk’s en trekkracht voorkomt dat je heimwee krijgt.

De XC90 is dan misschien niet zo bescheiden, daar heeft hij ook helemaal geen reden voor.

 

Gereden: Volvo XC90 D5 Inscription, vanaf 81.495 euro

Categorieën
Varia

‘Grote bedrijven ten dode opgeschreven’

De Braziliaanse businessgoeroe, investeerder en ondernemer Ricardo Semler windt er geen doekjes om: de tijd van grote, militair georganiseerde bedrijven ligt achter ons. Vernieuwing komt niet van grote organisaties die duizenden werknemers willen controleren. En ja, ook Apple is ten dode opgeschreven.

Ricardo Semler (55) is een fenomeen. Hij maakte furore door het bedrijf van zijn vader, Semco, om te turnen van een metaal- en constructiebedrijf met een paar miljoen omzet tot een conglomeraat van een paar honderd miljoen in 2003. En dat deed hij door zijn werknemers gelukkig te maken: vaste werktijden en werkplekken schafte hij af, werknemers bepaalden elkaars salaris en hadden een stem in elk bedrijfsbesluit.

Management by omission

Het succes van die zelfsturing heeft Semler zelf overbodig gemaakt bij Semco. ‘Een kwestie van management by omission: soms moet je je er zo min mogelijk mee bemoeien als leider. Ik vergelijk het met spelende kinderen: zolang er geen bloed vloeit, moet je er niet tussen springen.’ Semco bestaat in zijn oorspronkelijke vorm overigens nog maar uit één bedrijfje

 Volle bak bij De Baak

Semler zelf is intussen druk met investeren in andere bedrijven en het opzetten van joint ventures. En met inspireren, via zijn boeken en optredens als deze week in Nieuwegein. Semler is verdomd moeilijk te boeken, en dan is hij ook nog dol op het afzeggen van afspraken. Dus toen de Braziliaanse ondernemer, denker en schrijver van de absolute mustread Semco-Stijl besloot in te gaan op de uitnodiging van De Baak om te komen spreken, zorgde dat voor een volle bak. En die lag om de haverklap dubbel, hoewel Semlers boodschap toch best confronterend is voor de echte corporate tijger. 

Grote bedrijven sterven uit

Grote bedrijven zijn immers ten dode opgeschreven, vindt Semler. Ze verliezen het vermogen te veranderen, zich aan te passen aan een nieuwe tijd. ‘Waarom denk je dat Polaroid failliet ging, drie jaar voordat Instagram een hype werd? Echte innovatie zal nooit komen van de grootste bedrijven.’

Apple, Microsoft

Semler memoreert hoe drie jongens ooit Microsoft oprichtten om vanuit een garage de wereld te veranderen. ‘Toen ik veel later bij Microsoft op bezoek was, hadden 26.000 ingenieurs 20 jaar gesleuteld aan Windows. En wat was er veranderd? De kleur van de icoontjes! Of heb ik als gebruiker iets gemist? Ook Apple heeft geen toekomst wat dat betreft. ‘Dat bouwt nu een hoofdkantoor van 5,1 miljard. Dat doet denken aan Versailles en de lui die de piramides bouwden; met de bouwers daarvan ging het ook niet lang goed. Misschien moeten ze Steve Jobs ook maar begraven midden in dat kantoor.’

Militaire principes

Het verschil: grote bedrijven zijn nog steeds georganiseerd volgens eeuwenoude militaire principes, gericht op het winnen van de oorlog en het verzamelen van bezit. Zodra een onderneming groeit, komen de ‘pakken’ binnen en is het gedaan met de wijsheid. ‘Die zeggen tegen de oprichters: ‘even aan de kant, voortaan is het een serieus bedrijf. En dan gaan ze geld verzamelen, waarvan ze overal fabrieken neerzetten en overnames plegen waarvan niemand weet of ze nodig zijn.’

Age of wisdom

Die strijdstrategie is niet meer succesvol in wat Semler heeft uitgeroepen tot de age of wisdom, het tijdperk waarin we belanden na het informatietijdperk en kennistijdperk. ‘Tot nu toe losten we uitdagingen op door slim te handelen. Maar slim is niet meer genoeg om te overleven.  De levensduur van bedrijven wordt steeds korter. De welvaart is steeds ongelijker verdeeld: de 400 rijkste mensen ter wereld bezitten even veel als de 2,4 miljard armsten.’ We moeten met wijsheid besluiten nemen als we willen vernieuwen.

Why, why, why

En hoe kom je tot wijsheid? Volgens Semler: vragen stellen. En, exact zoals kleine kinderen doen, blijven doorvragen: ‘Als je iemand drie keer vraagt naar het waarom van de manier waarop zaken geregeld zijn, heeft die het eerste antwoord klaar, het tweede is al moeilijker maar dat derde antwoord zul je nooit krijgen. Die vraag is de wijze vraag.’

Waarom is een HR-afdeling nodig?

Die vraag moet ertoe leiden dat je vastgeroeste patronen kunt loslaten. Waarom zou je er bijvoorbeeld een eigen HR-afdeling op nahouden? ‘Bij Semco had ik tot er een met pensioen ging, twee man op HR zitten, in een bedrijf met 3000 werknemers.’ Werknemers kunnen best hun eigen salaris bepalen, als je ze laat weten wat collega’s binnen en buiten het bedrijf verdienen en hoeveel winst er te verdelen is. Pluk willekeurige mensen van de straat en je met net zoveel talent, gebrek daaraan, luiheid of zelfs fraudeurs als na een zorgvuldige aannameprocedure en dat werkt prima.

Waarom zou je groeien?

Waarom zou je telkens hogere targets stellen? ‘Als je volgend jaar meer machines wil verkopen, zal dat leiden tot een grotere belasting van de productieafdeling en alle werknemers. En waarvoor? Voor meer winst. Dat lijkt slim. Maar het geld stapelt zich op, en uiteindelijk weet er wel iemand iets stoms te doen met al dat geld. Is er iets dat eeuwig doorgroeit? Ja: kanker.’

Waarom zou je personeel aannemen?

Waarom zou je überhaupt mensen aannemen? ‘Omdat je ze dan volledig onder controle hebt? Alsof parttimers en freelancers meteen met bedrijfsgeheimen naar de concurrent stappen? Zo zitten mensen niet in elkaar. Als we een nieuw bedrijf starten vragen we ons altijd af: wie moeten we echt voor de lange termijn aannemen? Dat is dan hooguit 10 tot 15 procent van de mensen. Het is veel slimmer om alles in te kopen: mensen, kennis, productiecapaciteit. Je hebt alleen de mensen nodig die de strategie uitzetten voor de lange termijn, plus de mensen die alle outsourcedeals sluiten en de kennis moeten hebben van de markt, de techniek en het bedrijf zelf.’  

Waarom bestaan vakbonden?

Niet alleen die nieuwe wijze opzet maakt grote corporates in het Westen overbodig. ‘Massaal werk verdwijnt door alle regeltjes hier naar Vietnam en India, waar bedrijven als Infosys op zoek zijn naar 100.000 werknemers. De vakbonden hebben dat nog niet door, ze zullen zich moeten aanpassen willen ze niet net als de grote bedrijven overbodig worden.’

Nederland klaar voor wijsheid

Geen boodschappen waar de managers in Semlers publiek vrolijk van zouden moeten worden. ‘Grote bedrijven zullen nog wel een jaar of twintig zo doorgaan, de managers weten niet beter en zijn bang om hun comfort zone te verlaten. Maar langzaam maar zeker zullen ze uitsterven, als ze zich niet aanpassen.’ Een hart onder de riem van zijn Nederlandse publiek had Semler nog wel: onze cultuur lijkt klaar voor de overgang naar de age of wisdom. ‘Ik spreek maar heel af en toe, ik ga alleen naar plekken waar ik veel kan leren. Holland is een van de plekken op de wereld die alles in zich heeft om zich aan te passen aan de age of wisdom.’

Categorieën
Varia

Drukte aan het crowdfront

Crowdfunding gaat hard. Ondernemers hebben keuze uit steeds meer platforms en manieren om geld op te halen. Tientallen miljoenen euro’s stromen toe, van een steeds grotere crowd. Gaat het te hard? Niet als iedereen het hoofd koel houdt.

2014 wordt het jaar waarin crowdfunding echt massa krijgt. Wat begon als een leuke manier voor bandjes om hun nieuwe cd – die had je toen nog – te laten voorfinancieren door fans, is ook in Nederland een miljoenenindustrie geworden. Elk jaar verdubbelt die in omvang. Werd er vorig jaar voor 32 miljoen gecrowdfund, dit jaar stopt de teller zeker niet voordat die de 80 miljoen heeft aangetikt.

Geldvoorelkaar – bemiddelaar voor leningen aan het MKB – is de absolute koploper. Het zet in een tempo van 2 miljoen euro per maand geld uit, en accelereert nog steeds. Martijn van Schelven van Geldvoorelkaar: ‘De laatste maand hebben we 2,6 miljoen gefund. Wij zijn ervan overtuigd dat we kunnen doorgroeien naar 100 miljoen crowdfunding in 2015.’

Goed nieuws? Ja, het is fantastisch dat ondernemers met een goed businessplan extra mogelijkheden hebben om dat te financieren. De bank staat niet altijd te springen om een krediet te verstrekken op hun blauwe ogen en crowdfunding lijkt ideaal om het gat te vullen in de fase waarin friends, family and fools al hun gebaar hebben gemaakt maar informals nog niet staan te trappelen om in te mogen stappen.

Maar wat is het druk aan het crowdfront! Kapitaal op Maat, Horeca Crowdfunding Nederland; er meldt zich bijna elke maand een nieuw platform, met als spectaculairste nieuwkomer: het Amerikaanse Kickstarter, dat begin februari de inschrijving opende voor een Nederlands filiaal. ‘Het zet de zaak op scherp,’ zegt Maarten de Jong, die met Oneplanetcrowd – voor duurzame en maatschappelijke ondernemers – deels een concurrent is van de Amerikanen. ‘De taart wordt verdeeld over meer platforms, maar als je ziet hoe hard de taart groeit, is er genoeg voor een flink aantal spelers.’

Simon Douw, met zijn adviesbureau Douw&Koren een autoriteit op het gebied van crowdfunding, maakt zich nog geen zorgen over een shake-out in zijn branche. ‘Ik verwacht dit jaar nog een stuk of drie serieus te nemen platformen, naast de vele die wel een website openen, maar er vervolgens achter komen dat het niet meevalt om het daadwerkelijk op poten te krijgen. Het is een natuurlijke selectie.’ Bovendien zal er in 2015 naar verwachting 255 miljoen euro worden gecrowdfund, voldoende om de grootste bemiddelaars, die als regel leven van een fee van tussen de 5 en 9 procent van het opgehaalde geld, een gezonde business te bieden. ‘Wij vragen 7 procent en zijn ongeveer break-even bij 3 miljoen,’ zegt De Jong. ‘Vorig jaar deden we 1,3 miljoen gedaan, dus als we met de markt meegroeien halen we dat dit jaar.’

Het zal de keuze voor ondernemers en investeerders er niet makkelijker op maken: nu al heb je keuze uit ten minste 15 crowdfundingplatforms van eigen bodem, naast grote Amerikaanse broers Kickstarter en Indiegogo, dat ook al plannen smeedt om Nederlanders rechtstreeks toe te laten. Vervolgens komt crowdfunding ook nog in verschillende smaken. Je kunt geld lenen, zoals bij Geldvoorelkaar.nl, tegen een vaste looptijd en rente. Je kunt gaan voor rewards: je belooft een product in ruil voor een bepaald bedrag, waarmee je in feite de productie voorfinanciert. Kickstarter is daar groot mee geworden, Oneplanetcrowd biedt beide varianten. Tot slot kun je de crowd ook aandeelhouder maken, iets waarmee Symbid wereldwijd de aandacht trok: nog dit jaar gaat het in de VS aan de slag, waar wetgeving in de maak is die crowdfunding met aandelen een boost zal geven.

Dan zijn er zijn nog nieuwkomers die het weer net even anders doen. Tienko Rasker beperkt zich met Leapfunder louter tot converteerbare obligatieleningen: de investeerder verstrekt eerst een lening, die later in aandelen wordt omgezet, als het bedrijf wat ouder is en de waardering van die aandelen mogelijk wordt. Dat model past goed bij vroege startups, die vaak hun aandelen nog niet verstandig kunnen waarderen. Oneplanetcrowd biedt die convertibles ook aan.

Leapfunder is opgericht met steun van een clubje informals. ‘In feite wilden zij een tool om relatief simpel te investeren in startups. Als je dat met drie partijen doet, is dat nog te overzien, maar vanaf 6 investeerders wordt dat chaos, als ze allemaal afzonderlijk over de waardering willen onderhandelen, bijvoorbeeld.’ Leapfunder neemt ze het papierwerk en het getouwtrek over de waardering uit handen.

Nog verser is Seeds, het platform waarmee ABN Amro de markt na een periode proefdraaien bestormt en de eerste vier ondernemers met hun plan in de etalage heeft gezet. Seeds selecteert ondernemers die impact willen hebben met hun business en haalt geld op via een overeenkomst waarmee directeur Arthur de Graaf zowel juristen als bankiers grijze haren bezorgt. ‘Het is geen lening en het zijn geen aandelen: de ondernemer vraagt geld, in ruil hiervoor betaalt hij een vergoeding in termijnen, maar dat doet hij pas zodra hij een bepaalde omzet maakt.’ Volgens De Graaf combineert Seeds de voordelen van lenen met die van aandelen uitgeven, voor zowel investeerder als ondernemer: ‘De investeerder wil weten waar hij aan toe is, maar de ondernemer heeft geen behoefte aan financiers die inspraak willen of de boel omvertrekken doordat ze hun leningen opeisen.’

Zo veel mogelijkheden bij zo veel aanbieders: het is goed opletten welk platform en welk crowdfundingmodel het beste bij je past – als crowdfunding al dé weg is. De Graaf van Seeds: ‘We moeten er vanaf dat crowdfunding wordt beschouwd als hét alternatief voor bankfinanciering, als place of last resort. Banken geven best nog wel krediet een goed plan. Het belangrijkste is dat zowel investeerder als ondernemer heel goed weten waar ze aan beginnen. Anders krijgen we straks ondernemers die zeggen: ik heb er niks aan gehad, en een crowd die zijn geld kwijtraakt en zich afkeert van crowdfunding.’ Crowdfunding past niet altijd bij elke ondernemer, ook al putten we meer inspiratie uit succesverhalen als dat van de Kidswatcher – met 185.000 euro binnen 48 uur de snelste funding ooit – of de Windcentrale – met een klapper van 7 miljoen in 2012 de grootste geldronde in Nederland tot nu toe.

Naarmate crowdfunding mainstream wordt, zal de kans groter worden op teleurstellingen. ‘Tot nu toe heb ik nog geen echte brokken gezien; er wordt al flink afbetaald op de vroegste leningen, al ken ik een paar gevallen waarin de looptijd is heronderhandeld met de investeerders,’ zegt Douw. ‘Maar het is nog te vroeg om te zeggen hoe vaak het echt mis zal gaan.’

Van Schelven van Geldvoorelkaar zegt desgevraagd dat hij ‘tien posten in handen van de gerechtsdeurwaarder heeft gesteld’. ‘Dat zorgt voor wat extra druk. In alle gevallen is er een betalingsregeling getroffen waardoor de investeerders tot nu toe geen maand rente en aflossing hebben hoeven missen.’ Maar natuurlijk zullen uiteindelijk leningen niet worden afgelost: Van Schelven rekent op 3 procent van het totaal. ‘Het zou verkeerde reclame zijn om te doen alsof alles goed zal gaan. Dit is beleggen, geen sparen.’

In de VS en Groot-Brittannië, waar met name de leenplatforms al sinds 2005 actief zijn en zelfs hedgefunds en andere instituten honderden miljoenen tegelijk uitlenen, is meer ervaring met missers. Daar verwacht Funding Circle dat gemiddeld 4,4 procent van alle leningen nooit zal worden terugbetaald, een percentage dat de afgelopen jaren overigens gestaag opkroop, maar waar wel een voorziening tegenover staat waar gedupeerden uit kunnen putten zodra het mis gaat. In Engeland wil financiële waakhond FCA desniettemin de crowdfundingbranche strakkere regels opleggen: het publiek moet betere voorlichting krijgen, meer inzicht in de risico’s en ook een afkoelingsperiode van twee weken is onderwerp van de discussie tussen overheid en platforms.

Als Nederland wil voorkomen dat de hausse in crowdfunding straks met een kater eindigt, moet de overheid dan ook niet hier ingrijpen? De AFM houdt het volgens een woordvoerder voorlopig bij het uitgeven van vergunningen aan de platforms, die daartoe verplicht zijn. Volgens insiders heeft de AFM ook op eigen initiatief aanwijzingen gegeven aan platforms.

Het is de vraag of de overheid verder moet gaan in haar regulering, stelt Douw. ‘Dat is het risico van reguleren: je wil voorkomen dat investeerders denken dat alle risico’s zijn afgedekt en dichtgetimmerd. Dan gaan ze zich als ongeïnformeerde consumenten gedragen. Ik vind dat de platforms en de overheid de komende in samenspraak regels kunnen vormen die echt passen bij de praktijk.’

De platforms zullen wel moeten vasthouden aan een goede selectie van de ondernemers. Waar Leapfunder de selectie van ondernemers aan de crowd overlaat – er zijn wel eisen aan de informatie die de start-ups moeten leveren, maar de vaste Leapfunder investeerders beslissen uiteindelijk zelf of ze er in stappen – zeggen de meeste andere platforms zelf te selecteren op kwaliteit.

CrowdaboutNow wijst negentig procent van de ingediende plannen af. ‘De grens tussen ondernemen en waanzin is heel dun,’zegt Tom Vroemen van CrowdaboutNow. ‘Wij krijgen de meest waanzinnige plannen ingediend, bijvoorbeeld van mensen die met crowdfunding hun familie naar Nederland willen halen.’ Korstiaan van Zandvlied van Symbid: ‘Het is hier een soort Dragon’s Den. Maar je houdt je hart vast wie en op welke voorwaarden nu elders geld lenen: vaak lijkt het een one way ticket to the graveyard.’

Zouden de platforms door de drukte op hun markt niet in de verleiding komen om krakkemikkige plannen toe te laten? ‘Daar hebben ze geen belang bij,’ beweert Douw. ‘Een site vol projecten die niet worden gefund of die rammelen, is geen goede reclame.’

De crowd is intussen zelf ook niet gek: bij rendement hoort risico. En vergeet niet dat de beste projecten en platforms straks ook ervaren investeerders zullen trekken, waar groentjes zich bij zouden kunnen aansluiten. Leapfunder richt zich niet primair op kleine investeerders: ‘Bij ons gaat het al snel om 10,000 per funder,’ zegt Rasker. ‘Wij zeggen tegen ze: de meeste partijen zullen nul euro terugbetalen, dus dit geld moet je echt kunnen missen.’

Bij Oneplanetcrowd wordt ook al rente betaald over de oudste lening waarvoor De Jong heeft bemiddeld. Maar natuurlijk zullen ondernemers omvallen. ‘Dat hoort bij ondernemen. Verontwaardiging bij investeerders als een bedrijf omvalt, kun je voorkomen door de crowd heel goed te informeren over de risico’s. Dan kunnen we als sector de sterke groei volhouden. doen we dat niet, dan komt er een deukje in het succes van crowdfunding.’

Gunfactor

Toen industrieel ontwerper Jeriël Bobbe afgelopen zomer zijn fietstassen annex picknickset op Kickstarter zette, dacht hij de 85 mille die hij nodig had om ze in productie te nemen, binnen een maand op te halen. De meter bleef steken op 3.929 dollar. En dat terwijl maanden daarvoor nog zo’n beetje alle designbladen en -blogs over de hele wereld hadden geschreven over Springtime. ‘Ik werd overvallen door dat succes en had een paar maanden de tijd genomen om de Kickstartercampagne voor te bereiden. Inmiddels was de aandacht wat verslapt, en ik maakte waarschijnlijk ook de fout, te denken dat de gunfactor voldoende groot was om mensen vooraf 425 dollar te laten betalen voor de set, of dat ze genoegen zouden nemen met een bedankje als ze kleinere bedragen stortten.’ de volgende keer, zegt Bobbe, zorgt hij dat ook tegenover de bekende tientjesbijdragen tastbare producten staan. Niet dat hij een kater heeft overgehouden aan zijn crowdfundingpoging. ‘Ik ben dankzij Kickstarter benaderd door een paar informals, met één van hen ben ik in zee gegaan. Ik praat nu met een producent en hoop begin volgend jaar op de markt te zijn met Springtime.’

 

Hoofdelijk aansprakelijk

Een belangrijke les heeft Marc van Wanroij van Keesmakers geleerd dankzij een campagne via Geldvoorelkaar: let op de kleine lettertjes. Op zich was de crowdfunding een daverend succes: de maker van een variant op kaas haalde mei vorig jaar na drie maanden anderhalve ton op, tegen een rente van 7,1 procent. Maar toen wilde Van Wanroij zijn handtekening onder de contracten zetten. ‘Zag ik ineens de naam van mijn vrouw staan. Die moest meetekenen, waarna ik begreep dat ik ook persoonlijk borg moest staan voor de lening.’ Op zich niet ongebruikelijk bij kredieten, maar Van Wanroij was dat nergens tegengekomen. ‘We hebben met Keesmakers bewust gekozen voor een BV, inclusief alle voor- en nadelen. We nemen al genoeg risico en willen niet ook nog eens persoonlijk aansprakelijk zijn voor leningen. Ik wil ook voorkomen dat als het verkeerd afloopt er emotionele investeerders voor mijn deur staan.’

De crowdfunding werd afgeblazen. Gelukkig stortten informals in de loop van het jaar bij, zodat het groeiverhaal van Kees kon doorgaan. ‘Geen kwaad woord over Geldvoorelkaar, hoor. Op dat laatste stukje na is het allemaal prima verlopen. En crowdfunding is denk ik vandaag de dag de juiste oplossing voor heel veel ondernemers die bij een bank niet terechtkunnen, omdat die zekerheden eist die je als startup niet hebt.’

Categorieën
Varia

Is dit een Porsche?

Porsche werd voor gek verklaard, toen het besloot zijn naam te lenen aan een suv. Puristen hadden al moeite met alles waar niet het magische getal 911 op stond, maar een hoogpotige modderknecht die ook nog eens techniek deelde met Audi en VW? Wahnsinn.
Niet dus. De Cayenne werd een succes dat de dappere, maar te kleine sportwagenbouwer lang aan klinkende omzetcijfers hielp.
Recenter waagde Porsche andermaal een controversiële merkextensie, met de Panamera. Die vierdeurs bleek ook al niet aan te slepen en dit jaar zoeken de Stuttgarters opnieuw de grenzen op van wat ze nog onder hun eerbiedwaardige merknaam kunnen vermarkten.
De Macan, een Cayenne in zakformaat, deelt meer techniek dan ooit met zijn Volkswagenfamilie. In feite is het een Audi Q5, die een gretige Porsche-muil kreeg en een bijpassend kontje, een interieur met Porscheklokken en de met knoppen overladen middentunnel die we kennen uit de Panamera.
Net als de Cayenne is de Macan bedoeld als de best rijdende suv van zijn segment, één die je uitdaagt om eens lekker tekeer te gaan en daar volop rijsensatie voor teruggeeft. Maar in dat laatste blinkt onze Macan S Diesel toch minder uit dan die fenomenale Cayenne. Op papier komt hij niets tekort: de V6 heeft voldoende puf om de Mac in 6,3 seconden naar de honderd te stuwen en is met een praktijkverbruik van 1 op 14 ook nog eens zuinig.
Het onderstel is, zoals we dat graag zien, met wat knopdrukken in een comfortabele of juist sportieve modus te dwingen. Dankzij de luchtvering en de beschaafde diesel is de Macan stil, rimpelloos en toch akelig vlot te rijden. Maar met dat sportieve wil het gevoelsmatig niet zo. De vering op straf en laag; gas, stuurbekrachtiging en schakelautomaat op standje sport en… mwoah. De Macan staakt het duiken bij stevig remmen, de automaat is alerter, maar echt venijnig wordt de mini-Cayenne niet. Zeker, de Macan is echt vlot, maar vergelijkbaar geprijsde Q5’en en BMW X3’s zijn nog iets sneller. Natuurlijk, dat zijn geen Porsches. Maar is de Macan dat wel?

Gereden: Porsche Macan S Diesel
Prijs: vanaf 75.400 euro

Macan

Categorieën
Interviews

CFO’s over hun netwerk

MT brengt jaarlijks de Finance-gids uit, mede op basis van een onderzoek naar hoe managers hun financiële dienstverleners waarderen. Met twee van hen ging ik de diepte in. (opklik voor complete artikel)

Categorieën
Varia

Fast50 2012

Crisis? Deze technologiebedrijven groeien tegen de klippen op. Maak kennis met de Deloitte Technology Fast50, de snelst groeiende techbedrijven van de Lage Landen.

Categorieën
Varia

Fast 50 2011

Elk jaar publiceert MT de Deloitte Fast50, een ranglijst van de groeiparels onder de technologiebedrijven. Winnaar Service2media groeide afgelopen jaar met 4.763 procent.

De fast50 special in MT

Categorieën
Varia

Zonnige Ster

Mercedes heeft de nieuwste generatie van zijn SLK klaar. Geen boodschappenautootje meer, en leverbaar van relatief zuinig roadstertje in de beste traditie tot bruut AMG-monster.